We hebben afgesproken in de werkkamer van Kees in Soest. Daar is hij echter niet vaak, want hij reist heel Europa (en verder) door voor vergaderingen, seminars, spreekbeurten en lobbywerk. Ook ons gesprek is een reis, met als aanleiding het feit dat hij nu 50 jaar werkzaam is in de muziekindustrie.
Door Werner Schlosser
Precies 20 jaar geleden was ik ook bij Van Weijen thuis te gast. Toen tekende ik het verhaal op over zijn eerste 30 jaar in de branche. Dat verhaal is hier terug te lezen. Dit interview gaat verder waar we toen stopten, en zoomt in op zijn 20 recentste jaren. Ik schrijf met opzet niet ‘zijn 20 laatste jaren’, omdat dat zou kunnen insinueren dat hij zijn carrière aan het afronden is. Maar daarvoor vindt hij het nog veel te leuk om middenin de ontwikkelingen (en belangstelling) te staan.
We pakken de draad dus op in 2004… In dat jaar begon je, na 30 jaar in dienst van PolyGram/Universal, je eigen bedrijf Hit4Us. Hoe beviel die stap naar zelfstandigheid?
“In feite was die stap niet zo groot, want ik heb ook bij PolyGram/Universal altijd vanuit een ondernemersgeest de bedrijven geleid. Zelfs als managing-director van Mercury, met een omzet van 60 miljoen, handelde ik alsof het mijn eigen geld was. Bij mijn afscheid van Universal had ik afgesproken nog anderhalf jaar lang anderhalve dag in de week voor hen naar sponsordeals op zoek te gaan. Maar al snel werd ik benaderd door de managing-director van BMG Benelux, Rob Schouw. BMG had net Zomba overgenomen, inclusief Zomba Distributie, en ze vroegen zich af of dat zou passen binnen Bertelsmanns eigen distributietak Arvato. Toen heb ik voor hen het bedrijf kritisch tegen het licht gehouden. Ik kwam tot de conclusie dat het levensvatbaar was, mits een reorganisatie zou worden doorgevoerd. Daar waren ze wel toe bereid, maar alleen als ik het bedrijf wilde leiden. In eerste instantie ben ik toen interim-directeur geworden. Een van onze eerste besluiten was om zelf de sales te gaan doen en de naam te veranderen in Rough Trade Distribution, zoals het bedrijf al heette voordat het Zomba Distributie werd. Al snel kwam Paul Davies over van SONY BMG (die twee bedrijven waren intussen samengegaan, WS) om general manager bij ons te worden.”
In 2009 werden jullie zelfs eigenaren van Rough Trade…
“Eind 2008 ging Pinnacle failliet, een van de grootste distributeurs van entertainmentproducten in Engeland en ook onderdeel van Arvato. Om zo’n zelfde debacle hier te voorkomen, wilde Arvato Rough Trade afstoten. Toen hebben Paul en ik een management buy-out gedaan. We hebben het bedrijf voor 1 euro kunnen overnemen, inclusief alle medewerkers en verplichtingen.
Het was een rotperiode voor de industrie, dus we waren niet echt winstgevend, maar wel hard aan het groeien. Op een gegeven moment deden we de distributie voor 320 labels. Daarom werden we een paar jaar later benaderd door Leon Happé van onze grote concurrent [PIAS]. Hij vertelde dat zij elke keer dat ze een deal wilden sluiten achter het net visten en vroeg of we niet konden samenwerken. Aanvankelijk wilden we een meerderheidsbelang houden, maar uiteindelijk hebben we het bedrijf toch in zijn totaliteit verkocht en werd het in 2014 [PIAS] Rough Trade Distribution. Onderdeel van de overeenkomst was dat Paul en ik de firma nog drie jaar zouden runnen. Na afloop van die periode had ik de pensioengerechtigde leeftijd bereikt en vond ik het een mooi moment om ermee te stoppen.”
De projecten waar hij het meest trots op is:
(in omgekeerd chronologische volgorde)
- Mijn verkiezing tot chairman en president (beide vier jaar) bij IMPALA
- STOMP, het independent-platform van NVPI
- De doorbraak van de band Live
- De start van MCA en het feit dat ik na de fusie in 1999 op twee na het hele team naar het nieuwe Universal Music heb kunnen overplaatsen
- Mijn idee om Nana Mouskouri haar grootste hits in het Spaans te laten opnemen. Daarvan zijn 600.000 dubbel-cd’s in Spanje verkocht en 300.000 in Zuid-Amerika
Behalve dat het een stap naar zelfstandigheid was, maakte je na je vertrek bij Universal ook de overstap van de major- naar de indie-wereld. In welke van die twee werelden kan of kon je de meeste toegevoegde waarde bieden, vind je?
“Ik denk dat ik, mede doordat ik 30 jaar ervaring bij de majors had, heel veel heb kunnen bijdragen aan de professionalisering van de indies. Die zagen en zien de majors weliswaar als hun grootste vijand, en in veel opzichten is dat ook wel zo, maar alles is daar wel goed geregeld. Ik heb in mijn PolyGram-tijd alle ruimte gekregen om mezelf te laten bijscholen op allerlei vlakken, van management tot accounting. Die major-ervaring heb ik enorm kunnen inzetten ten behoeve van de independents. Vooral toen ik in 2011 bestuursvoorzitter werd van STOMP (Stichting Onafhankelijke Muziekproducenten) en ik twee jaar later gekozen werd tot chairman van indie-belangenvereniging IMPALA. Na mijn eerste termijn werd ik voor nog twee jaar herkozen, en daarna ben ik ook nog eens vier jaar president van de organisatie geweest.”
Wat wil je vanuit je positie bij de belangenverenigingen voor de industrie bereiken?
“In alle onbescheidenheid: heel veel – en ook veel verschillende – dingen. Ik zit dan ook in 15 van de 18 commissies die IMPALA kent. Een daarvan is de digital committee, die ik zelf vijf jaar geleden heb opgezet. De leden daarvan spreken, als vertegenwoordigers van 6.000 independent labels in Europa, elke maand met de hoofdkantoren van Spotify, YouTube, Amazon en alle andere belangrijke spelers. In die gesprekken worden we rechtstreeks bijgepraat over hun voornemens, zodat we die niet via de pers hoeven te vernemen. Een paar maanden geleden hebben we een flinke discussie gevoerd met Apple over hun plannen met Spatial Audio. Zij wilden labels die minimaal 50% van hun catalogus in dat geluidsformaat aanbieden 10% extra royalty’s geven. Dat gingen ze echter niet uit eigen zak betalen, maar ze wilden het weghalen bij de indies, die het geld niet hebben om van elk nummer een extra mix aan te leveren. Ik vind het nog steeds heel leuk om me voor dat soort dingen hard te maken.”
“Ik zit bijvoorbeeld ook in de werkgroep inclusie en diversiteit. Daar knok ik voor in Nederland, terwijl sommige mensen vinden dat iedereen maar voor zichzelf op moet komen. Als ik nou Rough Trade nog had of ik moest Polydor runnen, dan kon ik maar aan twee of drie van de werkgroepen deelnemen. Maar ik heb de tijd, vind het leuk, blijf super geïnformeerd en praat mee. Daardoor voel ik dat ik nog middenin de muziekindustrie sta.”
Dilemma's
- Label of belangenvereniging?
- “Muziek is het leukste, dus label.”
- Thuis zijn of onderweg?
- “Thuis zijn.”
- Leiding geven of kennis overdragen?
- “In deze fase: kennis overdragen.”
- In dienst of eigen bedrijf?
- “Eigen bedrijf.”
- Stoppen of doorgaan?
- “Nog even doorgaan.”
Maar waar ligt binnen IMPALA nu je focus?
“Ik heb de verantwoordelijkheid voor Centraal en Oost-Europa, inclusief de Baltische staten, Rusland en andere landen in die regio. Daarom reis ik zoveel. In Servië heb ik met de lokale mensen de branchevereniging RUNDA opgericht, in Hongarije HAIL, in Roemenië INDIERO en vorig jaar in Bulgarije ANMIP. Ik zit in de adviesraad van die organisaties om ze zoveel mogelijk te ondersteunen. Wij hebben er onder meer voor gezorgd dat ze daar nu ook Spotify hebben. Het is een muziekmarkt van 26 miljoen consumenten, die in 2022 een omzetstijging kende van 26%. En er is nog veel meer mogelijk. Dat houdt me gaande.”
Je reist dus van de ene naar de andere bijeenkomst en bent daardoor heel veel onderweg. Tegelijkertijd ben je ook echtgenoot, vader en opa. Vind je dat je daarin het juiste evenwicht hebt gevonden?
“Ja, beter dan in het eerste deel van mijn carrière. Toen was ik altijd met artiesten op pad. In de zeven jaar dat ik internationaal gewerkt heb, zat ik gemiddeld twee keer per week in het vliegtuig. Het afgelopen jaar heb ik ‘slechts’ 16 buitenlandse trips gemaakt.”
Maar stel dat je commentaar zou krijgen van je familie, wat zou je dan doen?
“Dat verwacht ik niet, want het is nu heel goed in balans. We hebben kleinkinderen van 9, 12 en twee van 14. Die zouden we best vaker willen zien, maar zij hebben natuurlijk ook hun eigen leven. We hebben gelukkig regelmatig en leuk contact. Daar zijn geen klachten over.”
Sta je, met 50 jaar ervaring op zak, überhaupt nog open voor kritiek?
“Volgens mijn vrouw Wilma kan ik niet zo goed tegen commentaar. Ikzelf denk dat ik daar wel voor open sta, maar ik vind niet alle kritiek terecht. Als ik iets weloverwogen gedaan heb en er komt dan commentaar op, heb ik weleens moeite om toe te geven dat ik misschien toch niet de juiste keuze gemaakt heb.” (‘Zelfreflectie!’, roept Wilma lachend vanuit de woonkamer).
“Ik heb ook de neiging altijd vooruit te kijken, terwijl het weleens goed is om te genieten van het moment… Goed, volgende vraag!”
De markantste figuren waarmee hij ooit heeft samengewerkt:
(in alfabetische volgorde)
- Alle medewerkers die hebben bijgedragen aan de successen door de jaren heen, want het is altijd een teamprestatie
- Freddy Haayen. Platenman pur sang en een pionier, die mij mijn eerste baan bij Polydor gaf
- Elton John. Ik was zijn product- en promotiemanager tijdens zijn moeilijkste periode, in de jaren ‘80
- Jorgen Larsen. Die gaf je vertrouwen en liet je als manager vrij
- Van Morrison. Een groot componist, maar erg humeurig
Wat is het belangrijkste wat je de afgelopen jaren nog geleerd hebt?
“Toen Sony en BMG in 2004 wilden samengaan, heeft IMPALA daartegen geprotesteerd. We vreesden dat zo’n fusie de marktverhoudingen zou verstoren. Die fusie hebben we toen niet kunnen tegengaan. Toen Universal in 2011 EMI wilde overnemen, verzette IMPALA zich opnieuw. Dit keer waren we succesvoller, en konden we bij de Europese Commissie aannemelijk maken dat Universal na die fusie een te grote speler zou worden. Als gevolg daarvan moest Universal een aantal labels afstoten. Een daarvan was Parlophone, wat door Warner gekocht werd. Daar hing een grote hoeveelheid indie-repertoire onder. Warner is toen op zijn beurt door de Europese Commissie verplicht om ter waarde van 253 miljoen euro van dat indie-repertoire te verkopen aan onafhankelijke labels. Vier jaar lang heb ik met een select groepje mensen van o.a. Merlin en IMPALA dat traject begeleid. In die procedure kregen wij – gehouden aan wel 30 ‘non disclosure agreements’ – allerlei geanonimiseerde biedingen binnen op onderdelen van dat indie-repertoire. We hadden John Kennedy (ex-Universal Music en ex-IFPI) ingehuurd om als onafhankelijke advocaat elk bod af te wegen en te bepalen wie welk stuk zou mogen kopen. In dat traject heb ik geleerd te onderhandelen op hoog niveau, contracten te interpreteren, potentiële verstoringen van de muziekmarkt in te schatten… Dat was geweldig leerzaam en spannend.”
Waar ben je het meest trots op in het tweede deel van je carrière?
“Dan wil ik ook zeker de oprichting van STOMP noemen. Wij zijn het 100% indie-platform van de NVPI en hebben als zodanig ook echt een ‘brand’ opgebouwd. Binnen de NVPI zijn we het voor 95% eens met de majors, maar we verschillen ook zeker op bepaalde punten met elkaar van mening. Neem bijvoorbeeld het ‘RAAP-PPI Arrest’ (het Europese Hof heeft geoordeeld dat ook voor het gebruik van Amerikaanse muziek geïncasseerd en doorbetaald moet worden, terwijl Europese artiesten geen geld uit Amerika krijgen, omdat dat land geen naburig recht en dus geen vergoedingen kent, WS). Als gevolg daarvan lopen indies een bedrag mis van 125 miljoen, oplopend tot 175 miljoen in drie jaar), wat zij dus niet in nieuwe opnamen kunnen investeren. In zo’n geval staan wij, vooral op internationaal niveau, lijnrecht tegenover de majors. Die willen niet inzien dat de independent labels, hun eigen kweekvijver nota bene, van groot belang zijn. Voor dat soort zaken strijd ik.”
Zijn favoriete albums aller tijden:
(in alfabetische volgorde)
- Erikah Badu – Baduism
- Fleetwood Mac – Rumors
- Nirvana – MTV Unplugged In New York(*)
- U2 – All That You Can Leave Behind
- Stevie Wonder – Talking Book
(*) Op de dag dat MCA Benelux zijn kantoren opende, beroofde Nirvana-zanger Kurt Cobain zich van het leven. Nirvana was een van de grote opkomende acts op het MCA-label Geffen.
De belangrijkste veranderingen in de muziekindustrie zijn altijd veroorzaakt door ontwikkelingen van buitenaf, zoals de komst van de cd (Philips), downloads (Apple) en streaming (Spotify). Hoe kijk je daar tegenaan en wat zegt dat over de branche?
“Heel simpel, wij zijn geen tech-firma’s. Ons doel is muziek exploiteren, niet onze eigen dragers ontwikkelen. Daar hebben we het geld ook niet voor. Jorgen Larsen, voormalig ceo van Universal Music International, zei al: het gaat er niet over wie de digitale snelweg heeft, maar wie de auto’s heeft die erop rijden. En dat zijn wij. Er worden meer dan 120.000 tracks per dag op Spotify geüpload.”
Zelf ben je momenteel juist wel actief op het gebied van tech, zoals digital service providers, social media en kunstmatige intelligentie. Op welke manier ben je daarmee bezig?
“Ik zit daar zoveel mogelijk bovenop. Ik vind namelijk dat de tech-bedrijven een van de grootste gevaren voor de indies zijn. Of het nu gaat of YouTube of Amazon die labels willen gaan starten, om over AI nog maar te zwijgen. Daarom heb ik me op de achtergrond ook stevig bemoeid met de totstandkoming van de Europese AI Act. Dat is natuurlijk nog maar een begin, want er staan veel onduidelijkheden in en dingen die niet concreet benoemd zijn. Het is heel belangrijk dat dit in de toekomst wordt rechtgezet, want het is straks bijna niet meer mogelijk ‘echt’ (menselijk) van ‘nep’ (AI) te onderscheiden. En in dat laatste geval: op welke informatie dat gebaseerd is. Begrijp me goed, ik vind kunstmatige intelligentie een geweldige uitvinding en ik ben helemaal voor, maar wel met respect voor het auteursrecht. Juist de afbakening daarvan – of het gebrek daaraan – is in onze branche, waarin we ons geld verdienen met creaties en copyrights, een enorm gevaar.”
Hoe denk je dat de muziekindustrie er over 10 jaar uitziet?
“Met de exponentiële snelheid waarmee ontwikkelingen momenteel plaatsvinden, vind ik het niet realistisch om verder dan twee jaar vooruit te willen kijken. Ik denk in elk geval niet dat streaming het eindstation is. Je ziet dat de focus momenteel verlegd wordt naar zogenoemde superfans van artiesten. Die proberen ze nu via de streamingdiensten ook tickets, merchandise en speciale releases aan te bieden. Eigenlijk al een heel oud idee, wat erg lijkt op het 360-gradenmodel van begin deze eeuw (waarbij muzieklabels meeverdienden aan alle inkomstenstromen rondom een artiest, WS). Ik denk overigens niet dat dat gaat lukken, want een fan laat zich niet piepelen.”
Naast je werk geef je al vijf jaar gastcolleges aan de Fontys Rockacademie in Tilburg. Wat zijn de belangrijkste lessen die je de studenten wilt meegeven?
“Dat is niet heel ingewikkeld. Geloof in je dromen en laat je niet door een teleurstelling uit het veld slaan. Blijf origineel en ga bij een bepaalde hype juist iets anders doen. Bepaal voor jezelf of je een artistiek product wilt maken of iets commercieels. Met andere woorden: doe je het voor jezelf of voor een groter publiek? In dat laatste geval: maak een connectie, bouw een fanbase op en onderhoud die. Verder raad ik altijd aan bij een indie te beginnen. Al was het maar omdat je bij een major meestal niet zo makkelijk binnenkomt. Lukt dat wel, dan krijg je gelijk een contract van 50 pagina’s onder je neus. Ik vertel ze ook dat ze moeten leren delen. Begin desnoods met een hogere distributie-fee, want realiseer je dat een distributeur in het begin van je carrière veel harder moet werken dan wanneer je al bekender bent. Beding dan dat je bij meer succes een steeds lagere fee betaalt. Labels werken natuurlijk andersom, met royalty-percentages. Die zullen niet happig zijn op het betalen van hogere royalty’s bij meer succes. Degenen die zelf bij een label gaan werken raad ik altijd aan niet gelijk te gaan jobhoppen. Maak eens iets af, word eerst ergens goed in en probeer een carrièreplan te maken.”
Familieman Kees
Kees van Weijen werd op 23 februari 1951 geboren in Rotterdam. Het gezin bestond verder uit zijn broer, vader en moeder. Zijn vader was hobbybassist en draaide veel jazzmuziek. Hij had een eigen verzekeringsbedrijf en het was de bedoeling dat de zonen dat zouden overnemen. Toen Kees koos voor de muziek, volgde Leo zijn vader op.
Al op jonge leeftijd ontmoette Kees zijn vrouw Wilma, met wie hij twee dochters heeft: Daphne en Merel. Zij zijn getrouwd met respectievelijk Sam en Lard. De kleinkinderen Jasmijn & Pim en Evy & Duc maken de naaste familie compleet.
En wat leer jij nog van de studenten?
“Ik moet je zeggen dat ik daar heel teleurgesteld over ben. Er heerst een bepaalde apathie. Om een voorbeeld te geven: ik vertrek om 8:00 uur uit Soest om om 9:30 uur les te kunnen geven in Tilburg. Dan zitten er drie studenten. Om 9:40 uur heb ik er tien, 9:50 uur misschien 15 en om 10:00 uur zijn dat er 24. Dan leg ik ze uit dat het in het leven zo werkt dat als je te laat op een afspraak komt, je al met 10-0 achterstaat. Een ander voorbeeld is, dat wij 15 studenten van vijf opleidingen hadden uitgenodigd om naar onze laatste STOMP Ledendag XL te komen. Dan konden ze daar kennismaken met mensen uit de industrie en wellicht een stage regelen. Tot mijn verbazing stonden ze alleen maar met elkaar te praten. Dat is nou precies niet hoe onze branche werkt. Er is dus een groot mentaliteitsprobleem en een gebrek aan enthousiasme in het voortraject, en dat is best zorgwekkend. Des te blijer ben ik met het succes van het Development Team dat we binnen STOMP hebben opgericht. Dat zijn jonge professionals uit de muziekindustrie die we stimuleren om met elkaar te praten en ervaringen uit te wisselen, om op die manier zichzelf én de branche verder te ontwikkelen. Dat zijn de managers van de toekomst, waar ik graag plaats voor zal maken.”
Wat zijn anno 2024 je belangrijkste drijfveren?
“Kennisoverdracht, honger naar nieuwe (industrie)ontwikkelingen, jonge mensen stimuleren en de kwaliteit van de branche verhogen.”
Over erkenning binnen de branche heb je niet te klagen. Je hebt onder andere een speciale Edison Music Award, de Zilveren Fonograaf en de IMPALA Outstanding Contribution Award ontvangen. Welke ligt je het meest na aan het hart en waarom?
“Dat is eigenlijk een onmogelijke vraag, omdat elke award een andere periode reflecteert. Die Edison kreeg ik na mijn 12-jarig voorzitterschap van de Edison Stichting, waarin ik de prijs weer op de kaart gezet heb, de Zilveren Fonograaf is voor mijn bijdrage aan de Nederlandse muziekindustrie en de IMPALA-award omdat ik heel actief ben voor die club en voor veel mensen ook het gezicht van de organisatie. Als je me dan toch met het mes op de keel vraagt een keuze te maken, kies ik voor de Zilveren Fonograaf. Dat is toch een soort oeuvreprijs. Welke functie ik ook bekleedde, bij welk bedrijf ook, ik heb me altijd geprofileerd als een industrieman in de volle breedte. Ik heb in de Stichting CPG (Collectieve Promotie Geluidsdragers) gezeten en de kar van de Edisons getrokken, dus deze prijs is wel een ultieme blijk van waardering voor mijn carrière.”
Tijdens ons interview bij je 30-jarig jubileum in 2004 zei je: “Ik wil nog zeker 12 jaar door.” Inmiddels zijn we 20 jaar verder. Hoe zie je jouw actieve toekomst nu voor je?
“Ik heb nog steeds enorm veel plezier in wat ik doe. Maar ik weet ook: ik ben een jongen met grijs haar. Ik kan me nog wel jong voelen, maar mensen die naar mij kijken, kunnen wel denken: wat komt die oude grijze man doen? Bij IMPALA heb ik gezegd: als jullie vinden dat ik en mijn kennis niet meer relevant zijn, stop ik morgen. Ik houd dus niet koste wat kost vast aan mijn positie, maar ik vind het nog wel heel leuk dat ik nog volop meedraai op een heel hoog niveau. Kortom: ik kondig niet mijn vertrek aan, en dat ben ik ook helemaal niet van plan, maar dat ik een keer het stokje moet overdragen, is een ding wat zeker is.”
Dat zal dan eerder een kwestie zijn van moeten dan van willen…
“Kijk, er zijn natuurlijk niet zoveel mensen met 50 jaar ervaring, voldoende tijd, de passie om een ‘level playing field’ te creëren voor de indies en de mogelijkheid om bij te dragen aan hun verdere professionalisering. Echter: als Wilma ooit de wens uitspreekt om meer samen te gaan doen, dan stop ik direct. Maar dat moet je maar niet tegen haar zeggen…”
Kees de collector
Bij het eerste concert dat Kees bijwoonde, van The Cure, zag hij iemand lopen met een geplastificeerd kaartje om zijn nek. Dat wilde hij ook! Sindsdien heeft van elk evenement dat hij zelf bezocht de backstage passe of laminate bewaard, vele daarvan gesigneerd door de artiest. De toermanager van Erikah Badu, die zijn pas nog bij andere concerten nodig had, stuurde het kleinood na afloop van de toer aan Kees op. Hij heeft waarschijnlijk een van de grootste verzamelingen van Nederland.
Kees zijn opa voer op Shell-tankers. Dat inspireerde hem om schaalmodellen, munten en allerlei andere voorwerpen van de oliemaatschappij te gaan sparen. Tijdens zijn vele reizen loopt hij nog regelmatig fraaie dingen tegen het lijf. Een vriend vond in Frankrijk een catalogus waar ook nog een heleboel voorwerpen in staan die hij nog niet heeft, dus de zoektocht is nog niet afgelopen. Wilma heeft haar servieskast ervoor opgegeven, zodat Kees zijn verzameling kan uitstallen.
Beknopt carrière overzicht
2017-heden | Bestuursfuncties bij diverse belangenorganisaties, w.o. STOMP (Stichting Onafhankelijke Muziekproducenten), WIN (Worldwide Independent Network) en IMPALA (belangenvereniging voor onafhankelijke muziekbedrijven) |
2004-2016 | Van interim-manager tot directeur/mede-eigenaar Rough Trade Distribution (v.a. 2014 [PIAS] Rough Trade Distribution) |
2004-heden | Eigenaar Hit4Us |
2002-2003 | Executive vice president Universal Music Benelux |
1999-2002 | Managing-director Mercury Records |
1994-1999 | Managing director MCA Records (v.a. 1997 Universal Music Benelux) |
1981-1985 | Phonogram International Baarn |
1985-1989 | Polygram International London |
1989-1992 | MD Import Music Service |
1974-1994 | Van radioplugger tot general manager bij Polydor Records |