Dutch 2004 interview: “I firmly believe in legal downloads”

Jun 14, 2004 | Media

Dutch interview by Werner Schlosser from 2004 in which Kees van Weijen – with 30 years experience – looks into the future of the music industry: “I firmly believe in legal downloads”.

Op 1 juli aanstaande is het precies 30 jaar geleden dat Kees van Weijen als plugger in dienst trad van Polydor. Na zijn ontslag, eind vorig jaar, bij Universal begon hij zijn eigen bedrijf Hit4us. Van stoppen is dan ook geen sprake. “Ik wil nog zeker 12 jaar door.”

Kees van Weijen kreeg muziek met de paplepel ingegoten, vooral door zijn vader, die zelf tijdens zijn studententijd muzikant was geweest. De eerste lp die hij kocht was van Creedence Clearwater Revival en het was hem al snel duidelijk dat hij ‘in de muziek’ verder wilde…

Hoe ben je in deze branche terechtgekomen?

“Ik was al een aantal jaren diskjockey in Le Bateau, de club in het Rotterdam Hilton, toen Polydor daar de allereerste gouden musicassette uitreikte aan James Last. Er waren in Nederland toen al 2,5 miljoen lp’s van hem verkocht. Ik verzorgde de muziek bij die uitreiking en heb directeur Freddy Haayen aangeschoten. Het duurde nog acht maanden voordat ik een gesprek had met hem en Nico van Biemen (later directeur Polydor en RSB, red.). Daarna kon ik als radioplugger aan de slag. Op mijn eerste dag kwam ik binnen met een blazer aan en een stropdas om. AVRO-presentatrice Meta de Vries voegde me later die dag toe: “Als je wat wilt bereiken in dit vak, zou ik maar een spijkerbroek aantrekken.” Dat advies heb ik opgevolgd. Omdat ik volop kansen kreeg om door te groeien heb ik nooit langer dan drie jaar achter elkaar hetzelfde gedaan.”

Wat is de leukste ervaring uit je carrière tot nu toe?

“Dat zijn er heel veel en je vervalt al snel in anekdotes.Wat mij zo te binnen schiet is dat ik Elton John heb mogen toespreken toen veel van zijn spullen bij Sotheby’s geveild werden; ik heb aan de benen van Ace Frehley (de gitarist van Kiss, red.) gehangen toen hij -met een tv in zijn armen – half uit een hotelraam hing; bij een promotietoer van INXS werd ik door een douanehond uit de rij gehaald omdat ik die ochtend een andere hond had geaaid… teveel om op te noemen. In zijn algemeenheid heb ik het altijd geweldig gevonden om mijn steentje bij te dragen aan het ‘breken’ van nieuwe artiesten.”

En de minst leuke?

“Mijn afscheid van Universal, eind vorig jaar, vond ik erg vervelend, ook omdat het geen gevolg was van slecht functioneren. Ik heb het in zoverre zien aankomen dat ik wist dat we gingen reorganiseren. Ik zat zelf in het managementteam dat dit moest begeleiden. Ik had echter niet verwacht dat ik er ook zelf het slachtoffer van zou worden. In tegendeel: er waren andere plannen, maar die konden door de reorganisatie niet verwezenlijkt worden.”

Je hebt op bijna alle afdelingen van een platenmaatschappij gewerkt. Van welke functie heb
je het meest geleerd?

“Ik heb van al die functies geleerd, te beginnen in mijn pluggerstijd. Daarin heb ik heel veel kennis opgedaan en het vak geleerd. Het was meer dan alleen het plaatje langsbrengen; je moest ook kennis hebben van de plannen van andere afdelingen van het bedrijf. Maar het leukste was de opdracht van Jorgen Larsen (destijds president MCA Music International, red.) om in de Benelux een geheel nieuwe maatschappij op te richten: MCA Music Entertainment. Van die fase heb ik enorm veel geleerd.”

Je bent betrokken geweest bij de succesvolle introductie van de cd; wat kunnen we van die
lancering leren?

“Toen ik in 1981 bij Phonogram International begon, waren Philips en Sony de compactdisc aan het ontwikkelen. Wij brachten in 1983 de eerste worp schijfjes op de markt. Ons voornaamste doel was ervoor te zorgen dat artiesten en dealers ambassadeurs van de cd zouden worden om via die weg de consument te overtuigen. Ik kan me nog herinneren dat Jan Timmer (de toenmalige Philips-directeur, red.) destijds tijdens een grote IFPI-vergadering in Athene door verschillende concurrenten werd uitgelachen, maar uiteindelijk werd de cd de redding van de industrie.”

Is er nog een toekomst voor fysieke dragers, en zo ja: wat wordt de volgende muziekdrager?

“Fysieke dragers zijn altijd een goed cadeauartikel gebleken. De balans tussen schijfjes en digitaal zal wel veranderen, maar fysieke dragers zullen er nog zeker een jaar of tien blijven. Vooral als nieuwe dragers compatible gemaakt worden met de oude, zoals hybride superaudio-cd’s, die ook in gewone cd-spelers af te spelen zijn. Ik vind sacd fantastisch, maar het heeft helaas nog te weinig draagvlak. Er wordt dan ook alweer gewerkt aan nieuwe dragers. Dit heeft alles te maken met patenten, de echte melkkoeien. Zodra een patent afloopt gaat de hardware-industrie op zoek naar nieuwe producten. De drager van de toekomst is daarom volgens mij nog niet ontwikkeld.”

Wat zijn in jouw optiek de kernactiviteiten van een platenmaatschappij?

“Zonder twijfel A&R en marketing. Andere disciplines zijn uit te besteden. Het ontwikkelen van nieuw talent is alleen heel duur. Weliswaar zijn de opnamekosten de afgelopen tijd lager geworden en is bij managers en artiesten meer realiteitszin ontstaan waardoor de gebruikte hoeveelheid studiotijd verkort is, maar door de versnippering van de media en de kosten van videoclips is de marketing vele malen duurder geworden. Daarom kunnen maatschappijen geen brede, maar alleen gefocuste aandacht aan A&R geven. Als gevolg daarvan zullen er steeds meer onafhankelijke productie-units komen en gaan labels daar allianties mee aan. Voor een wereldwijde exploitatie blijven platenmaatschappijen nodig. Die hebben de distributie, marketing en bijvoorbeeld royaltysystemen goed georganiseerd.”

Hoe ziet volgens jou de toekomst van de entertainmentbranche eruit?

“Mensen hebben muziek om zich heen nodig en er is nog nooit zoveel muziek geconsumeerd als de afgelopen jaren. De toekomst kan er goed uitzien, mits we het illegale traject via wetgeving en legale projecten kunnen indammen. Dan ontstaat er weer eerlijke concurrentie en komt er geld vrij om te investeren. Ik geloof heilig in de komst van een situatie waarin platenmaatschappijen consumenten legale downloads aanbieden. De
huidige vorm, waarbij downloads per stuk afgerekend worden, zal in mijn optiek uitmonden in een abonnementsmodel. Maar dan wel een waarbij de consument de muziek (voor onbepaalde tijd) koopt. Ik geloof minder in het tijdelijk ‘huren’ van tracks. Op het creatieve vlak zie ik nieuwe businessmodellen ontstaan tussen de maatschappijen en artiesten, die zullen leiden tot een gezamenlijke exploitatie van het ‘merk’ dat een artiest
is. Op dit moment is het nog zo dat de maatschappij de artiest groot maakt en vervolgens alleen inkomsten genereert uit de verkoop van de muziek; die verdeling wordt in de toekomst eerlijker, zie de deal die EMI sloot met Robbie Williams.”

Wat wordt wat jou betreft jouw rol in die toekomst?

“Ik ben net 53 geworden en wil nog zeker 12 jaar door. Ik wil de kennis die ik de afgelopen 30 jaar heb opgedaan optimaal inzetten voor anderen. Dat kunnen retailpartijen zijn, bedrijven aan de industriekant, distributiespecialisten, telecombedrijven, noem maar op. Mijn bedrijf Hit4us heeft begin dit jaar een veelbelovende start gemaakt en ik werk nu aan een aantal projecten: ik zoek gedurende anderhalve dag per week voor Universal naar sponsordeals, onderhandel namens Free Record Shop met de maatschappijen in verband met hun downloadplannen, ben projectleider/organisator van een najaarscongres van Buma/Stemra en ik ben namens de eigenaren nog tot eind juni nauw betrokken bij Phononet. Dat dit deels tijdelijke projecten zijn, zie ik niet als een gevaar. Er zijn steeds minder mensen werkzaam in onze branche, maar het werk moet wel gedaan worden. Daar liggen voor mij uitdagingen.”

Other posts you might like